Samos 25 april t/m 2 mei 2008

Een weekje Samos, een week adembenemende natuur. Van 25 april t/m 2 mei zat ik op Samos samen met mijn ouders en een vriend: Sander. We waren de eerste toeristen van het seizoen op Samos en verbeleven in een prachtig hotel net buiten Pythagorion. Het staat in een prachtige, groene omgeving zodat ook rondom het hotel gretig gezocht kon worden naar dieren. Helaas wou mijn gezondheid niet helemaal meezitten aan het begin van de week, evenals het weer zodat er niet helemaal optimaal gezocht kon worden.

Samos is een Grieks eiland van 44 km bij 19 km en ligt in de Egeïsche zee, 1,2 km verwijderd van Turkije. De twee landen hebben lange tijd met elkaar op gespannen voet gestaan en dat is te merken. Overal op het eiland zijn militaire kampen, bunkers en uitkijkposten. Afgezien daarvan is het een prachtig eiland dat veel groter aan doet dan dat het werkelijk is. Het is ongelovelijk bergachtig met bergen van 1,4 km hoog, diepe kloven, bergstroompjes, eindeloze bossen en slaperige bergdorpjes.

Het eiland kent een bijzonder rijke herpetofauna door zijn ligging vlakbij Klein-Azië. 30(!) soorten kunnen hier gevonden worden, dat klinkt als een paradijs voor de reptielen en amfibieën liefhebber en dat is het ook. Maar de soorten die er leven, leven echter in kleine, verspreide populaties zodat het veelal niet makkelijk is ze te vinden. Hier de soorten die wij hebben gevonden.

Pythagorion
Pythagorion is een vrij grote plaats voor Samiotische begrippen. Het ligt vlak naast het vliegveld en er zijn een aantal meertjes in de buurt die veelbelovend leken voor reptielen en amfibieën. De meeste daarvan zijn echter al opgedroogd in april/mei en diegene die nog wel water hebben zijn gevuld met brak of zout water en zitten vol met vis (harders). Geen ideaal biotoop dus. Achter ons hotel was echter een klein dal met veel kruidvegetatie en wat struikgewas. Ook stonden er wat kleine ruïnes, een leuk habitat voor reptielen dus.

 

Ook wat vogels betreft was het blijkbaar een goed habitat, 's morgens vlogen er bijeneters en honderden zwaluwen door het dal en waren de steenpatrijzen aan het roepen. Het eerste reptiel dat we vonden op Samos was een Scheltopusik (Ophisaurus apodus thracius). Een pootloze hagedis die de 1,5 m kan bereiken, de meeste exemplaren die wij vonden waren echter rond de meter lang.

Ook vonden we hier wormslangetjes, reuzensmaragdhagedissen, hardoens en achter het strand leefde enkele slangenooghagedissen (Ophisops elegans macrodactylus). Deze prachtig gekleurde race-monstertjes hebben gele kelen (mannetjes) of witte kelen (vrouwtjes). We hebben ze over het hele eiland gevonden, vooral op droge, zanderige plaatsen die vol in de zon liggen en schaars begroeid zijn.

Twee gekko soorten leven op Samos: de naaktvingergekko (Cyrtopodion kotschyi) en de Turkse huisgekko (Hemidactylus turcicus). De laatste was veelvuldig te vinden 's avonds rond het hotel nabij verlichting, op jacht naar motjes.

Op een avond kwamen we in gesprek met twee dames uit het hotel, toen we vertelden wat wij op het eiland deden vertelden ze dat ze een raar, groen diertje hadden gezien dat erg twijfelachtig bewoog. Dat kon uiteraard maar één diertje zijn en na het zien van de foto's was het inderdaad waar, het diertje dat ze naast het zwembad hadden gezien was een gewone kameleon (Chamaeleo chamaeleon).

Ireon
Ireon is een leuke, kleine badplaats en een erg interessante plaats voor reptielen. Nabij de plaats stroomt een van de grotere rivieren van het eiland, de Imvrassos. Deze was echter tijdens ons verblijf al gereduceerd tot drie grote diepe poelen en verder nog wat kleinere poeltjes her en der verspreid door het stroomdal. De omgeving bestaat verder uit interessante olijfboomgaarden en maquisvegetatie.

Naast de Scheltopusik is er nog een hagedissoort op Samos die erg doet denken aan een slang(etje). De Johannisskink (Ablepharis kitaibelli) wordt amper 10 cm groot en is lastig te ontdekken tussen de strooisellaag waar ze jacht maken op kleine ongewervelde dieren.

In het stroomdal van de rivier Imvrassos was het water grotendeels niet dieper als 10 cm. Het verbaasde me dat er nog zoveel Kaspische beekschildpadden (Mauremys rivulata) te vinden waren hier. Kleine dieren van 7 cm, maar ook joekels van ruim 25 cm.
Op Samos leeft ook nog een andere schildpadsoort, de Moorse landschildpad (Testudo graeca ibera). Helaas is deze erg zeldzaam en niet makkelijk te vinden dus.
Verder hebben we hier ook nog slangenooghagedissen gevonden achter het strand en de reuzensmaragdhagedissen zijn overvloedig in het droge stroomdal van de rivier. Het verbaasde me geen ringslangen of dobbelsteenslangen gevonden te hebben, dat zijn toch soorten die meestal erg algemeen zijn in zulk habitat. Het amfibieën leven viel ook tegen, naast larven van groene pad (Epidalea viridis) en Egeïsche meerkikker (Pelophylax bedriagae) hebben we alleen nog een volwassen exemplaar gevonden van laatst genoemde.
Wat verder naar het westen van Ireon is een heel andere vegetatie en veranderd het van moerasachtig naar droog maquis struikgewas en ook oude olijfboomgaarden.
Hier hebben we wat slangen gezien. De slanke toornslang (Platyceps najadum dahli) is een dagactieve slang die we meerdere malen gezien hebben. Exemplaren varierend van 30 cm tot een exemplaar van een meter lang. Een erg dunne, en felle slang die fel toehapt als je hem oppakt. De dieren zijn licht giftig dus het is niet verstandig je te laten bijten.
Ook hebben we hier nog een klein exemplaar van de maskerdwergslang (Eirenis modestus) waargenomen die onder een tentzeil lag.
Bij oude ruïnes tussen de olijfboomgaarden waren hardoens (Laudakia stellio daani) waar te nemen. Erg mooi gekleurde agame soort met een interessant gedrag. Ze houden hun omgeving continue in de gaten en communiceren met elkaar door hun kop snel op en neer te bewegen. De dieren zijn echter erg schuw en het beste met een verrekijker te observeren.
Sander is een vogelliefhebber dus we hebben hier ook gekeken naar de vogels. We hebben een aantal erg leuke soorten gezien hier waarvan de leukste een grauwe klauwier zijn, 3 woudaapjes, een kwak en een aantal steenuiltjes waarvan we er een hebben gezien die werd getreiterd door een merel. Allemaal aan de oevers van de Imvrassos.

Psilli Ammos
Psilli Ammos ligt helemaal aan het zuidoosten van het eiland en is de Griekse plaats die het dichtst bij Turkije ligt. Er is een gezellig klein strand met enkele tavernes maar de hoofdattractie voor de natuurliefhebber is het Alyki wetland. In dit brakwater meer zouden van december tot en met mei flamingo's leven. We zijn er welgeteld 5 keer langsgeweest maar hebben er geen gezien. Wel steltkluten, casarca's, kuifleeuweriken, een steenuiltje, een scharrelaar en een erg bijzondere waarneming van een grote groep groene bijeneters die hoog boven ons hoofd overvloog. Uiteraard hebben we in dit veelbelovende gebied ook gezocht naar reptielen en amfibieën. Met als resultaat: scheltopusiks, slangenooghagedisjes, 1 Kaspische beekschildpad, 2 slanke toornslangen en ongelovelijk veel wormslangen (Typhlops vermicularis). Onder bijna elke grote steen was er wel een te vinden. Het zijn grappige, kleine slangetjes die onder stenen jacht maken in mierenholen op de poppen van mieren.

Nog een andere soort die we hier aantroffen was... de mug. Zoals het een echt moerasgebied betaamt barste het hier van de muggen en zijn we voor ons gevoel een liter bloed kwijt geraakt!
Achter het meertje was een veelbelovend gebied voor zandboa's (Eryx jaculus) die hier ook zouden moeten leven. Na lang en intensief zoeken hebben we niks kunnen vinden.

Agios Konstantinos
Dit kleine kustplaatje ligt in het ruige noorden van het eiland. Het is een bekende vindplaats van twee soorten die op Samos beperkt zijn tot het ruige noorden en oosten van het eiland. De gouden skink (Mabuya aurata) en de Anatolische muurhagedis (Anatololacerta anatolica aegea). De laatste is een soort die in Europa alleen op Samos gevonden kan worden. Na lang zoeken was het dan zover, onder een oude golfplaat die gedumpt was in het rivierdal vond ik een prachtig gekleurd mannetje van de Anatolische muurhagedis. Het diertje friemelde wild met zijn staart zodat een eventueel roofdier op de staart af zou gaan in plaats van de kop.

In het rivierdal kon je verder niet om de Egeïsche meerkikkers (Pelophylax bedriagae) heen. De bodem van het riviertje was bedekt met larven en de volwassen dieren waren druk bezig met kwaken. Het zijn prachtige grote en lekker dikke kikkers die ongelovelijk ver kunnen springen.
Het was erg leuk om ze te observeren met een verrekijker.
Langs de weg staan enkele stenen muurtjes die bewoond worden door hardoens (Laudakia stellio daani), de enigste agame soort van Europa. Ook een soort die erg leuk is om te observeren met een verrekijker.
Een familie hardoens (2 volwassen dieren en 2 juvenielen)waren we aan het bekijken, erg grappig om te zien hoe ze met het kopknik gedrag met elkaar communiceren.
Na een tijdje zag ik een klein kopje liggen tussen de stenen, ik kon het niet goed zien van die afstand maar het leek wel een gouden skink (Mabuya aurata). Na wat geduldig wachten zag ik dat het helemaal geen skink was, de "skink" liet zich zien en een enorme Kaspische toornslang (Dolichophis caspius) kwam tevoorschijn uit het muurtje. Hij kroop recht op een van de kleine hardoentjes af maar halverwege stopte die plots, waarschijnlijk kreeg hij ons door en verdween razendsnel weer in de muur. Toen ik bij de muur ging kijken kon ik hem mooi zien liggen, de felrode kop met grote boze ogen keek mij aan en verdween daarna in een donker hol. Geweldig!
In deze omgeving hebben we ook nog een dode groene pad (Epidalea viridis)gevonden onder een oud verkeersbord langs de weg. Prachtig beestje, spijtig dat we die niet levend hebben mogen observeren op het eiland.

Manolates en Potami
Bij Manolates en Potami zijn verder nog erg mooie wandelgebieden, we zijn hier met goed en slecht weer geweest maar geen reptielen of amfibieën kunnen vinden op amfibielarven na. De omgeving was ook al meer dan de moeite waard dus toch wat plaatjes. Tijdens een wandeling met slecht weer was het erg bewolkt tussen de bergen, het enigste geluid wat je hoorde was het kletteren van de regen en het geroep van een bosuil. Dat gaf wel een spookachtige demensie aan deze droomomgeving.

Een week is nog nooit zo snel voorbij gegaan, we hebben schitterende natuur gezien en prachtige dieren. Ik vond het alleen jammer dat we geen Ottomaanse adders (Montivipera xanthina), zandboa's (Eryx jaculus), gouden skinks(Mabuya aurata) of kameleons(Chamaeleo chamaeleon) hebben gezien. Dat waren voor mij toch wel de hoogtepunten van Samos die ik graag zou zien. Maar ik mag niet klagen, we hebben meer dan genoeg gezien en weer heerlijk genoten van Griekenland op zijn best, de schitterende natuur, de relaxte sfeer en de Griekse gastvrijheid.

Soorten
Groene pad (Epidalea viridis)
Egeïsche meerkikker (Pelophylax bedriagae)
Turkse huisgekko (Hemidactylus turcicus)
Scheltopusik (Ophisaurus apodus thracius)
Slangenooghagedis (Ophisops elegans macrodactylus)
Anatloische muurhagedis (Anatololacerta anatolica aegea)
Reuzensmaragdhagedis (Lacerta trilineata cariensis)
Johannisskink (Ablepharus kitaibelii)
Hardoen (Laudakia stellio daani)
Wormslang (Typhlops vermicularis)
Slanke toornslang (Platyceps najadum dahli)
Kaspische toornslang (Dolichophis caspius)
Maskerdwergslang (Eirenis modestus)
Kaspische beekschildpad (Mauremys rivulata)
Onechte karetschildpad (Caretta caretta)

Met dank aan: David Buttle, Guido van der Lugt, Peter Mudde, Edoardo Razzetti en Sascha Schmidt.